Hoe all1 twee mannen na drie maanden kunnen praten - Reisverslag uit Wilsons Promontory, Australië van Bart - WaarBenJij.nu Hoe all1 twee mannen na drie maanden kunnen praten - Reisverslag uit Wilsons Promontory, Australië van Bart - WaarBenJij.nu

Hoe all1 twee mannen na drie maanden kunnen praten

Door: Bart

Blijf op de hoogte en volg Bart

11 Januari 2013 | Australië, Wilsons Promontory

Het is even geleden maar daar is ie weer, een nieuw reisverslag. Druk, druk, druk met reizen. Nu denkt u, kunnen zij het druk hebben, ja, wij kunnen het heel druk hebben. Dat kunt u opmaken uit de volgende fragmenten van de afgelopen weken.

En dan twee weken Sydney voor de boeg.
Met kerst en oud & nieuw zit Sydney afgeladen vol! Bij de meeste hostels kan er alleen voor twee weken geboekt worden. Vandaar ons verblijf van twee weken.

Voor de mensen die Sydney kennen, wij zaten bij Kings Cross, inderdaad het uitgaansgebied maar ook het gebied van de homeless en de vrouwen met het oudste beroep te wereld. Waar komt dit ons bekend van voor, Bali? Bij onze zoektocht naar een felbegeerd parkeerplekje werd dit al snel duidelijk.

Het pand waarin wij sliepen was van buiten knal geel. Wij hadden een drie persoonskamer met matrassen waarbij je de veren kun tellen zo oud dat ze waren. Terwijl wij door de gangen liepen hoorden wij de taal van de liefde regelmatig voorbij vliegen, juist, de Fransen. Tevens hoorde wij die taal die vol krachtige bevelen zit, oftewel de Duitse taal, de taal waarvan iedereen in de wereld wel een paar woordjes spreekt, het Engels en het ons zo geliefde kikkerland taaltje, het taaltje van thuis, onze roods, het Nederlands met soms een verdwaalde Belg. Daar moesten wij het de komende twee weken mee gaan doen.

Het relaxen kon beginnen, het weer was perfect, graatje of 27, de locatie was top, alles zat dichtbij en niet elke keer om de één, twee nachten verkassen. Daar werden we inmiddels moe van. Maar wat ga je nou eigenlijk de eerste lean back dagen doen?

We hadden een paar autodagen achter de rug. Tijd om de benen te strekken. Op de kaart leek het meeste beroemde strand te wereld, Bondi beach, met honderden afgetrainde lichamen, surfers, strandwachten, en prachtige golven, niet ver lopen. Een nomade had het een kippeneindje gevonden, wij vonden het een graf eind. Na ruim 1,5 uur bikkelen door de stad, vol in de zon, kwamen wij aan bij Bondi. En dan sta je op Bondi. Leuk, mooi, prachtig, veel mooie vrouwen, veel surfers, veel mensen, maar nu? Het was inmiddels rond half vijf in de middag en wij voelde onze magen knorren. “ Jhoo taxi, Kings cross please.” Vijftien minuten later en heel veel Australische dollars armer waren wij weer bij het hostel. Even een tukkie doen en dan eten.

Als ik vroeg wakker werd, uurtje of half 9, ging ik vaak even naar buiten voor het hostel op een bankje zitten. Lekker rustig, even geen mensen om mij heen. Gewoon even kijken hoe Sydney wakker wordt. In totaal stond er een bank of acht. Van de acht werden er ongeveer zes beslapen door mannen en vrouwen. In de nachtelijke uren mag er niet op de bankjes worden geslapen. Zodra het ochtendgloren begint mogen ze wel op de bankjes slapen. U zult begrijpen, de lucht die rond de bankjes hing was niet te harden en werd nogal erg geassocieerd met werk.

Elke ochtend was het één man die mijn aandacht trok. Het was een dunne man, witte huid, weinig tanden over en reizend met aan paar plastictassen. Voor een zwever zag hij er nog redelijk verzorgt uit. Als gezelschap had hij drie kleine hondjes. In de ochtend, met in zijn linkerhand een flesje bier, in zijn rechterhand een hondenkam begon hij elke ochtend zijn drie honden te kammen. De honden zag je genieten. Ze bleven heerlijk staan, kwispelde met hun staarten en wisselde toerbeurten om. De man sprak slecht Engels. Een gesprek was nauwelijks met hem te voeren. Duidelijk was wel dat deze drie honden zijn leven waren geworden. Zelf dronk hij een biertje, water uit de kraan of uit een fontein, voor zijn honden kocht hij water in de supermarkt. Het eten zocht hij op straat bij elkaar. Het eten voor de honden werd zeer secuur geselecteerd. Elke ochtend vond ik het een mooi gezicht om het tafereel te zien. Elke keer werd er met een glimlach zonder tanden goede morgen gewenst. Wat mij nog het meeste fascineerde, de man leek oprecht gelukkig.

Tja, wat kan er verder over Sydney verteld worden. We hebben biertjes gedronken, kroegjes gepakt, door de stad gehobbeld, rond gevaren, kerst in de regen gevierd, oud & nieuw op het strand gevierd met een knallend feest, een (warme) nieuwjaarsduik genomen, gebbqt, stranden hoppen, zwemmen en ga zo maar door. Eigenlijk dingen die wij ook thuis doen. Had ik het slapen al genoemd?

Op 1 januari 2013 zijn Jef en ik met zijn tweeën uit eten gegaan. Simeon hadden we achter gelaten bij een bbq. Iets waar hij heel goed in is! Vooral het op eten ervan! Het was tijd voor een goed dineer voor twee. We hadden een heerlijk restaurant uitgezocht aan de boulevard wat er chique uitzag. Het menu werd kritisch bekeken, de wijnkaart doorgenomen en er werd besteld. Zonder naar de rechterzijde van de menukaart te kijken. Het eten kwam op tafel, de wijnglazen werden gevuld, het was genieten. De afgelopen drie maanden reizen werd doorgenomen. Alle mooie momenten werden nog een keer opgevist uit ons geheugen. Ondertussen werden onze smaakpappillen door de kwaliteiten van de kok verleid om meer te bestellen. Dat deden wij dan ook. De glazen werden nogmaals gevuld. Er werd gepraat zoals twee mannen dat kunnen doen die samen drie maanden een prachtige reis hebben gemaakt door schitterende delen van de wereld. Delen die wij, naar alle waarschijnlijkheid, niet meer zullen zien. Die wij voor altijd mee zullen nemen in ons geheugen. Een reis die ons veel geleerd heeft. Dit was een avond waar twee mannen met een grote glimlach aan tafel zaten en zich gelukkig voelde. Gelukkig van de keuzes die wij gemaakt hebben en gelukkig van de dingen die wij hebben mee mogen maken. Het is, voor nu, onze laatste avond samen op reis. Morgenochtend zullen wij nog een keer samen wakker worden in de zelfde kamer, in een krakkemikkig stapel bed. “Jef, ben je al wakker?” “Ja!” Morgen, 2 januari, vliegt Jef weer richting Nederland om dingen te regelen. Het is nog niet bekend wanneer Jef en ik elkaar weer treffen.

Het zitten in een hostel waren we zaten. Na Jef een goede vlucht gewenst te hebben gingen Siem en ik met Boyd, die wij hadden leren kennen in het hostel, verder op stap. Het leek ons leuk, om de laatste nacht die Siem nog reste in Australië, op een camping in een tent door te brengen.

In de vroege ochtend werden wij, bijna letterlijk, na twee weken het hostel uitgetrapt. Daar stonden we dan, om 9 uur in de ochtend, na een nacht stappen in Sydney, in de volle zon. Dan maar de auto op halen. Op de automatische piloot stapten beide verkeerd in. Ja, het is nog echt te vroeg. Vervolgens reden wij naar het hostel. Bij een kruising stond ik nog steeds op de automatische piloot. Op de Nederlandse autopilot wel te verstaan, rechts rijden. Gelukkig was een mede bestuurder wel wakker. Met luid getoeter, een ruk aan het stuur naar rechts en waarschijnlijk een hoop gevloek attendeerde hij mij erop dat zijn 4x4 met hoge snelheid in aantocht was. Dit moment moest een keer gebeuren. Gelukkig zonder schade en betrekking van een verzekering maar een hartverzakking rijker reden wij verder.

Na campeermiddelen te hebben ingeslagen bij de K mart, een winkel waar ze heel veel hebben, soort Franse Courfour zijn wij Sydney uitgereden opzoek naar een camping. Wij vonden er één vlak bij het vliegveld, bijna aan het strand. Voor vanaaf stond wederom een bbq op het programma. Elk strand in Australië heeft een publieke bbq plaats. Super handig en bovenal, gratis, jawel, gratis! De BBQ spullen waren ingeslagen en hop naar de BBQ aan het strand. Precies dat wij er één nodig hebben voor het afscheidsmaal van Siem, konden wij er geen vinden. Dan maar onze nood BBQ met kolen. Misschien ook wel leuker. Na wat kilo’s vlees, stokborden, biertjes, een brandgat in de houtentafel verder stond onze eerste nacht slapen in de tent op ons te wachten. Wat hebben wij het koud gehad die nacht. Rillend als pinguïns op de Noordpool werden wij wakker. Wij dachten het wel zonder dekens af te kunnen. Ergens toch niet. Tegen het ochtendgloren kregen we het pas weer warm en viel ik in slaap. In de letterlijke zin, brak uit je barak!

In de middag hebben we Siem naar het vliegveld gebracht. Drie maanden gaan snel, laat staan vier weken vakantie, arme Siem. Met een verme knuffel en dikke zoen hebben wij afscheid genomen van Siem. Jammer dat hij nu al weg gaat. Met verve is hij geslaagd voor het backpackers examen! De oorkonde krijgt hij thuis gestuurd.

Gaan we richting het zuiden of noorden? Doe maar het zuiden, klinkt warmer! Voor de mensen die van plaatsen houden hebben wij Via Grand Pacific Road de volgende plaatsen aangedaan. Killalea State Park, Kiama, Jervis bay, Hyams beach, Patch Beach, Bherwerre en Governer head, Bega, Batemans bay Eden, Mallacoota, Orbost, Lakes Entrance, Bairnsdale, Sale en Wilsons Promotry, het meeste zuidelijk puntje van het vaste land van Australië.

Eten,
Het eten als arme rondreizende backpackers blijft een heikel punt. In het begin vergaten we gewoon te eten, eten te halen, winkels waren dicht, geen gastoestel en ga zo maar door. Het blijft elke keer weer een uitdaging. Inmiddels hebben we redelijk de flow te pakken en hoeven we niet met hongerige buikjes naar bed. Gelukkig hebben ze hier ook de kant en klare maaltijden bij de snackbar, groenteboer of supermarkt uitgevonden. De kwaliteit wil nog wel eens verschillen tussen een bak snot of echte Franse haute causine, motto als we maar geen honger hebben.

“Hello, do you have a place for two people, car and an tent?” moeilijk, ingewikkeld, vol, druk, reserveringen, slecht weer, ja, we hebben nog wel een plekje. De campings zijn hier rijk bezaaid maar allemaal vol! Ik dacht dat Australië altijd lekker rustig was, nou nee. Ook hier kennen ze hoofdseizoen. Hebben jullie al vaker gekampeerd in Australië? Nop. Okay. Op deze camping hebben wij wilde kangoeroes. Dat is heel mooi, die hadden wij nog niet gezien. Het zijn er ongeveer twintig. De vrouwtjes doen niks, hier hebben wij ook twee mannetjes, die zijn gevaarlijk. Gewoon je gezonde verstand gebruiken. Klinkt logisch.
Hebben jullie al met dolfijnen gezwommen? Nee, ook dat niet. Dan zou ik snel de zee in duiken. Ze zijn nu dicht bij de kust. Als de Ranger je ziet kost het je $300. Ach Boeiend, dat is ongeveer dezelfde prijs als in het Dolfinarium. Met gierende banden reden we naar ons plekje, de skypies vlogen er vandoor of half over de motorkap, de aussies knikte hoofdschuddend vanuit hun campeerstoelen, in een grote stofwolk kwamen we tot stilstand op onze kampeerplaats. Als twee Pieter van de Hoogenbanden vlogen we in onze zwembroeken. prio 1 zwemmen met Flipper. Een sprint op ons slippers met vallen en op staan naar het strand. Als twee dwazen kwamen we het strand opvliegen en werden wij aangestaard door de locals. You came for the dolphin? Yep! He is in the water, goodluck! Als de twee beste zwemmers van baywatch spurte wij het water in. Onderweg redden wij nog twee vrouwen en beroofde wij daarbij één daarvan een surfplank. Flipper zagen wij in de verte bij een boot. Boyd lag op de surfplank, ik zwom in hoog tempo ernaast. Opeens voelde ik iets raars bij mijn linkerbeen. Iets hards, wij zaten tien meter voor de boot die voor anker lag. Het water was te donker om goed te kunnen zien. Er waaide een redelijk wind die rimpels in het water bracht. Ik voelde het bloed door mijn aderen stromen. Boyd kreeg een lachkick van de spanning. Eigenlijk vind ik dood eng. Opeens voelde ik weer wat bij mijn benen. Onder mij zag ik Flipper zwemmen en naast mij omhoog komen. Dit vind ik eigenlijk echt dood eng! Boyd was blij dat hij op de surfplank lag. Flipper kwam steeds dichterbij. Zo dichtbij dat hij ongeveer tegen je aan zwom. Hij zwom langs, was weg en nog geen seconde later kwam hij weer van dezelfde kant. Als je onder zijn buik aaide draaide hij zich om, als ik te veel met mijn voeten onder water trappelde voelde ik Flipper er langs zwemmen. Ik begon rustiger te worden, Boyd was nog steeds blij dat hij op de surfplank lag. De mensen, locals, op de boot vonden het schitterend om te zien hoe twee bange Nederlands stug blijven dobberen tussen de dolfijnen. Opeens voelde ik een por in mijn buik, nog en nog één, het was flipper. Als ik, of flipper wilde aaien sprong Flipper half uit het water en was binnen een seconden weer terug. Wat is dit mooi, dit is prachtig. Zwemmen met wilde dolfijnen, in een bay, beginnende zonsondergang terwijl ik bezig ben met de reis van mijn dromen. Moet ik meer zeggen, ik denk het niet. Mag ik meer zeggen, tuurlijk, maar kan het niet. Dit moet je mee maken om te voelen, te ervaren. Op dit soort moment vergeet je alles.

Na een halfuur begon het water steeds kouder te worden, helaas. Langzaam draaide we om, bedankte de locals op de boot, en zwommen langzaam terug naar het strand. We kregen de complimenten dat we als twee ‘dutchies’ zo met een dolfijn durven te zwemmen. Ik heb maar niet gezegd hoe bang ik in het begin was. De locals hadden foto’s van ons gemaakt. We krijgen een visite kaartje om een afspraak te maken. Onderweg, terug naar het strand zag Flipper de surfplank als mooi speelgoedwaar, mijn benen moesten het soms ook nog ontgelden. Vol adrenaline stonden we tien minuten later weer op het strand na te praten met de locals over dit bijzondere moment. Of wij deze camping geheim willen houden. Er komen bijna nooit toeristen, dat willen ze graag zo houden. Onze naam is flipper, uuhh haas.

Dezelfde avond lagen wij voldaan in ons tentje. De nacht was gelukkig warmer. Heerlijk hebben wij geslapen totdat skippy struikelde over één van onze scheerlijnen. Wij schrokken ons helemaal te pletter. Skippy waarschijnlijk ook. Met grote krachtige passen hoorden wij hem weg springen. Wij draaide ons maar weer om.

De route tussen Sydney en Melbourne is eigenlijk een vergeten route. De meeste mensen die wij spraken gingen in één keer van Sydney naar Melbourne. Wij rijden elke dag tussen de 100 en 200 kilometer langs de kust, via natuur parken en onverharde wegen. Onze voorbumper heeft het inmiddels al moeten ongelden. Deze hangt nog maar half vast. De uitzichten zijn machtig mooi. De mensen op de campings super vriendelijk. Wij hebben voor ons de juiste keus gemaakt.

Na een prachtige dag cruisen langs de stranden kwamen wij aan Pebbly beach in een natuurpark. Prachtige camping, super mooi en rustig strand in een bay. Geen receptie te bekennen. Bij navraag moesten wij onze auto parkeren op de “hulpeloze’ plek. Een plek voor mensen die niet gereserveerd hebben en graag een nachtje op dit park willen verblijven. De Rangers zouden ons vanzelf opzoeken. Wij gaan wel eerst een duik nemen in de zee en bakken op het strand. Wij bruisde na twee uurtje strand weer van de energie en begonnen met koken. Zoals gezegd kwam de park ranger er al aangereden. Wat ons plan was.
Alle nationale parken werden gesloten. De mensen die geen booking hebben worden van de campings gestuurd naar de grotere steden ( tussen de 10 en 20 duizend mensen) gestuurd in verband met brand gevaar. Een rondje hostels leverde ons weinig op, behalve een grote slag in ons budget. Onze eerste nacht in de auto werd een feit. In een rustige straat, naast de plaatselijke brandweer kazerne gooide wij de bank plat, pompte onze luchtbedden op en gingen slapen. Deze nacht was nog brakker dan alle andere nachten. Slapen in een auto, sedan, waarbij de bank niet helemaal horizontaal kan is geen optie. Het was bovenal warm, heel warm. In de ochtend, om 8:00 gaf onze temperatuurmeter van de auto al 31 graden aan. Dit gaat hele een warme dag worden.

Als een lopend vuurtje gaat de berichtgeving over de branden in Australië. Het blijft een brandende kwestie. Als klap op de vuurpijl hadden wij het geluk, het vuur niet te ontlopen, maar precies tussen de brandhaarden in te verblijven. Wij stonden dan vol branden verwachting om aan deze dag te beginnen. Wij draaide het contact om, om de verbranding in onze motor tot leven te wekken. Wij hadden al een route uitgestippeld voor deze dag. Na ongeveer een uur rijden zagen wij steeds grotere rookwolken in de verten. Waar rook is, is vuur. Als het zo’n heet nieuws is, waarom zullen wij dan ook niet even onze neus in de rook stoppen. Eerst voorzicht, bang te zijn ons aan het koude water te branden, besloten onze rookerige plan om te gooien en richting de rook te gaan. Vanuit de verte leek het een strovuurtje. Naarmate wij dichterbij kwamen, bleken wij eigenlijk met vuur te spelen. De wegen werden steeds rustiger. Het meeste verkeer ging de andere kant op. De zon verdween langzaam achter het rookgordijn, de rook werd steeds beter te ruiken in de auto. Opeens vloog er een helikopter over de weg met een enorme waterzak er onder. Hier werd het vuur uit de sloffen gelopen. Wij stelde ons de vraag of wij toevallig niet nog een potje op het vuur hadden staan. Toch wilde wij deze vuurproef doorstaan en reden wij door. Wij kwamen steeds dichter bij de brandhaard. Onze temperatuurmeter in de auto gaf inmiddels een branderige 43 graden aan. Als je uitstapte voelde het alsof een krachtige föhn aan stond. Het meeste frappante, zodra je uitstapte had je honderden vliegen om je heen, maar vlogen ook met tientallen gelijk de auto in. Is het opzoek zijn naar branden, of het er toevallig tegen aanrijden, het is hoe je het bekijkt, olie op het vuur gooien? Wij denken van niet. Ergens is het een heel bijzonder natuur fenomeen.
Na een kleine weg te hebben ingeslagen waarbij het zicht niet meer dan 400 meter was geworden door de rook, kozen wij het hazen pad en zijn wij met de vuur onder onze sloffen er vandoor gegaan, na een paar bijzondere foto’s te hebben genomen. Wie het dichts bij het vuur zit, heeft het tenslotte het warmst. Te veel vuur in een stoof doet ze branden, is ook niet goed. Toch willen wij onze handen ervoor in het vuursteken dat het zeer bijzonder is om zo dicht bij een brand te staan. Ook al is het misschien niet brandschoon.
Om niet te veel schepen achter is te verbranden, wilde wij jullie dit toch meegeven. Deze zelfde avond werden wij via, via benaderd door het AD of wij ons verhaal wilde doen. Via de whats app hebben wij onze versie gedaan en hebben wij foto’s verzonden. De mensen de het artikel hebben gelezen. Het klopt ongeveer voor 50%, het blijft natuurlijk een journalist, de foto’s hebben de krant helaas niet gehaald. Deze zullen nog volgen! Heb alleen internet via hotspot. Deel staat al wel op FB.

Groeten uit het zonnige en warme, behalve in de nachten, Australië


  • 11 Januari 2013 - 14:23

    Leo En Adrie Markus,vader En Moeder Van Jeff.:

    Boys,reizigers,wereldreizigers,levensgenieters,
    Even gauw een reactie vanuit een beetje winters Nederland,rond het vriespunt en misschien volgende week schaatsen,je weet maar never nooit.Je lange verslag hebben we nog niet in z,n geheel gelezen,komt zo,maar we zijn heeeeeeeel blij dat je dit bericht stuurt en daarmee aangeeft dat met jullie alles oké is.Volgende reactie schrijven we binnen enkele dagen na doorlezing van jullie laatste belevenissen.Het is hier nu half drie in de middag en bijna SHABBATH.Hartelijke groeten vanuit een zonnig aangenaam Waddinxveen.SHALOM.

  • 11 Januari 2013 - 17:32

    Anne-Marie, Moeder Van Bart:

    Wat een enorm leuk verslag, Bart. (De taalfoutjes zien we even over het hoofd). Volgens mij heeft het avontuur met de dolfijn de meeste indruk gemaakt.

  • 11 Januari 2013 - 19:09

    Jan Klerk:

    Beste Bart,
    Als vader van Boyd met veel plezier je verhaal gelezen, ja wat tobben wij hier dan toch met z'n allen in Nederland. Ik begreep dat Boyd niet zoveel zin had een verslag te schrijven, zal te druk zijn denk ik. :-)
    Je beschrijving over Boyd in het water met Flipper hadden wij al een beetje op de foto waargenomen. Verder natuurlijk gaaf dat jullie niet de tradionele route hebben genomen en juist voor de kust weggetjes hebben gekozen.
    Ik wens jullie nog veel plezier en natuurlijk moet ik als vader zeggen, doe voorzichtig.
    Veel goeds en wellicht gaan we elkaar nog eens treffen.
    Jan Klerk

  • 11 Januari 2013 - 19:53

    Henrike:

    Goeie woordgrappen hoor. Maar ik kan je vertellen dat ik brand van verlangen om weer terug te zijn! Maar ik zal je niet weer blij maken met een dode mus, ik kom toch niet. Toch zit ik nog wel met een brandende vraag: hoeveel hete chickies heb je al gescoord? Ha ha, nou veel plezier nog! En wel naar Melbourne gaan he! En de Great Ocean Road rijden! En naar de westkust gaan, want die is nog veel mooier dan de oostkust. Als je auto het volhoudt dan.

  • 12 Januari 2013 - 12:04

    Erna:

    Echt uitgekeken naar een verslag, nadat het een paar weken stil was. Hoor natuurlijk wel af en toe iets van Anne-Marie. Genoten van dit verslag en je ervaring met de dolfijnen.

  • 13 Januari 2013 - 01:56

    Anderske:

    Hoi Bart! Leuk verhaal! Je moet het ook zeggen als je zo'n piepkleine babykangeroo in een buidel hebt gezien. Dat vind ik namelijk spectaculair! Veel plezier verder de komende tijd! x AN

  • 14 Januari 2013 - 19:42

    Susan:

    Bart,

    Weer heel mooie verhalen met als toppunt de dolfijnen!!!

    Groet Susan

  • 15 Januari 2013 - 02:42

    Etienne:

    Hoi Bart.
    Blijft geweldig om je avonturen te lezen. Had het AD ook al gelezen. Je wordt echt beroemd. Mooi zwemmen met dolfijnen en heerlijk weer. Hier sneeuwt het inmiddels. Je mist er niets aan. Geniet maar Down Under.

  • 21 Januari 2013 - 17:41

    Anneke Baan:

    Wat een spannend maar ook gevaarlijk avontuur!! Eerst zwemmen met dolfijnen en dan die branden. Gelukkig dat je het allemaal kan navertellen!

    Veelplezier op je verdere reis. Anneke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bart

Actief sinds 20 Sept. 2012
Verslag gelezen: 616
Totaal aantal bezoekers 61860

Voorgaande reizen:

13 Oktober 2012 - 04 Mei 2013

1 world, four continents, seven months

Landen bezocht: